Voorbeeldoplossing Zeeslag puzzel in 10 stappen met illustraties

  1. Met deze opgave gaan we aan de slag!



    We beginnen met in rijen 1 en 2 en in rijen 4,5 en 6 een aantal vakken door te kruisen (X) omdat er naast de opgeven scheepsonderdelen geen andere schepen mogen liggen. En omdat het kolomtotaal in kolom 9 gelijk is aan 0 is, weten we dat het schip in rij 5 maximaal 3 elementen groot kan zijn.



  2. Ook in kolom 4 en rij 4 kan, wegens een kolom of rijtotaal van 0, kunnen geen schepen liggen en kunnen we alle vakken doorkruisen.



  3. Kolom 3 en kolom 10 mogen elk maximaal één scheepsonderdeel tellen. Aangezien volgens de opgave in die kolom er al een onderzeeboot ligt, mogen we dus de rest van de vakken doorkruisen.



  4. Op dit punt gekomen moeten we nog 2 onderzeeboten van elk één vak groot, 1 slagkruiser van 4 vakken, 2 kruisers van 3 vakken en 3 Destroyers van 2 vakken kunnen leggen. De enige plaatsen met ruimte voor een slagkruiser van 4 vakken zijn rijen 1, rijen 10 en de kolom 1,2,6 en 7. Maar als we kijken naar de rij en kolomtotalen, dan blijft enkel kolom 2 over want in alle andere rijen en kolommen zouden bij plaatsing van de slagkruiser boven het opgegeven rij- of kolom totaal uitkomen. De enige vraag wordt dan of de boeg van de slagkruiser in rij 5,6 of rij 7 komt te liggen. Logisch kunnen we afleiden dat de boeg in rij 5 geplaatst moet worden. We weten immers dat het schiponderdeel in rij 5 uit de opgave minstens 2 en maximum 3 vakken groot zal zijn. Het rij-totaal voor die rij moet uitkomen op 3. Als de boeg van de slagkruiser in 6 zou liggen, dan bestaat er, omwille van de diagonale uitsluiting, geen enkele mogelijkheid om nog op dat totaal uit te komen. We plaatsen dus de slagkruiser én doorkruisen alle omliggende vakken.



  5. Met deze kennis kunnen we nu ook rij 5 vervolledigen. Het schip dat we daar plaatsen gaat maximaal 2 vakken groot zijn (Destroyer), omdat we in kolom 2 al de slagkruiser hebben liggen en het rijtotaal voor rij 5 drie moet bedragen. Nu we deze schepen geplaatst hebben, mogen we alle omliggende vakken rondom de Destroyer doorkruisen en ook alle resterende vakken in kolom 2.



  6. Het wordt nu duidelijk dat zich in kolom 1 linksboven een kruiser van 3 vakken of een Destroyer van 2 vakken moet bevinden, want anders kunnen we nooit een aan kolomtotaal van 3 komen. Een andere plaats waar zich een kruiser van 3 vakken zou kunnen bevinden is rij 10, kolom 5 onderaan en bovenaan en kolom 8 boven. In alle andere rijen en kolommen laten de totalen de plaatsing van deze schepen niet langer toe. We moeten dus nog twee kruisers (elk 3 vakken plaatsen), waarvoor er dus nog 4 plaatsingsmogelijkheden (twee boven, twee beneden) resteren. We weten dat het rijtotaal van rij 1 gelijk is aan 3. Daar komen we aan van zodra we boven ook maar één kruiser leggen, wat ons de zekerheid geeft dat we er beneden zeker één kunnen plaatsen.



  7. Als we beneden een kruiser plaatsen, dan is meteen ook dat de rest van kolom 5 niet langer beschikbaar, net zoals ook kolom 6 onderaan niet langer beschikbaar is om schepen te plaatsen. En omdat we in rij 8 het rijtotaal 2 bedraagt, zijn ook rijen 8 en 9 en kolom 7 niet langer beschikbaar voor nieuwe schepen.
  8. We moeten nu nog 1 kruiser (3 vakken), 2 Destroyers (2 vakken) en 2 onderzeeboten plaatsen, terwijl het aantal beschikbare plaatsen sterk is afgenomen. In kolom 1 kunnen we linksboven mogelijk een kruiser van 3 vakken of een Destroyer van 2 vakken kwijt. Een andere mogelijkheid voor een kruiser vinden we in kolom 8 bovenaan. Plaats voor een onderzeeër hebben we nog in rij 7, kolom 7 of kolom 8. En in rij 2 gaan we ter hoogte van kolom 6 en 8 zeker "iets" moeten hebben.



  9. Het plaatsen van de kruiser in kolom 8 bovenaan lijkt onwaarschijnlijk, omdat we op die manier zo goed als geen opties overhouden om de resterende 2 Destroyers en onderzeeërs te leggen. Als hypothese kiezen we ervoor om de kruiser in kolom 1 te leggen. Die keuze zorgt op haar beurt weer voor een beperking van de resterende mogelijkheden.
  10. Het gevolg is dat we in rij 10 wel een Destroyer (2 vakken) moeten leggen. Dit is namelijk de enige manier om aan een rijtotaal van 3 te komen. Die plaatsing zorgt op haar beurt voor een verdere beperking van het aantal mogelijkheden. Nu moet één van de resterende onderzeeërs wel op het kruispunt van kolom 7 en rij 7 komen te liggen. En dat heeft dan weer als gevolg dat de resterende Destroyer moet dan bovenaan in kolom 7 komt te liggen. De laatste onderzeeër moet dan in rij twee komen te liggen, want anders kan de rijsom geen 3 worden.



  11. Proficiat, je hebt je eerste Zeeslag puzzel opgelost!